Renato Nicolodi

Functioneel zijn de archetypische sculpturen van Renato Nicolodi gewild niet. Je kan ze enkel mentaal betreden, om in het onbekende land voorbij het zwarte gat een moment van rust te vinden. De geometrie van de sculptuur ontvouwt zich in drie delen als een verwijzing naar de drievuldigheid, of ze nu van religieuze of filosofische aard is. Van dogmatische interpretatie is er echter geen sprake: de kunstenaar wil enkel uitnodigen tot nadenken over licht en duisternis, heden en verleden, eigenheid en samenhorigheid.
Over Renato Nicolodi
De architecturale sculpturen van Renato Nicolodi (Anderlecht, °1980) vormen een universum dat om diverse redenen een bijzondere plaats inneemt in de geschiedenis van de hedendaagse kunst. Sinds zijn artistieke opleiding en vorming als schilder aan de Sint-Lukas Hogeschool in Brussel (1999) heeft het schilderen hem nooit meer losgelaten, maar na verloop van tijd verlangde hij steeds meer om schilderijen om te zetten in sculpturen. In 2007 studeerde hij af als laureaat aan het HISK in Gent en sindsdien heeft de weg van schilder naar beeldhouwer hem nooit meer losgelaten. In de loop der jaren nemen zijn sculpturen geleidelijk aan steeds meer ruimte in en doen ze vaak denken aan historische megalomane projecten zoals piramiden, triomfbogen en zonnetempels. Door de geometrische constructie, de orde en de symmetrie, het compacte en het centripetaal karakter van zijn beelden, is hij er altijd in geslaagd raadselachtige en vervreemdende werken te creëren. Zijn familiegeschiedenis, met name die van zijn Italiaanse grootvader heeft hem sterk beïnvloed. Dit autobiografische gegeven vertaalt Nicolodi echter naar een universeel menselijk verhaal.
Vele van zijn werken lijken ook voortdurend rond een centraal punt te cirkelen, een zwarte ruimte die oningevuld blijft, ontoegankelijk, maar altijd gastvrij. Zij nodigen uit tot spirituele reizen naar het onbekende land, ergens aan de overkant, doorheen maar altijd voorbij het zwarte gat. Ingekleed als een wisselwerking tussen een biografisch gekoesterde familie en universele verlangens, tussen het licht en de duisternis waar alle religies over spreken en tussen de onherroepelijke categorieën van geboorte en dood, handelen zijn werken onherroepelijk over de grondslagen van het leven.
Door hun monumentale afmetingen, als zodanig gerealiseerd of in alle eenvoud enkel even opgeroepen, richten deze architecturen zich uiteraard eerst tot de collectieve mensheid, waar zij een plaats voor zichzelf opeisen, te midden van de massa. Maar zonder de pelgrimstocht van de individuele bezoeker is elke zoektocht naar herinnering en betekenis natuurlijk zinloos.